‘Je mist meer dan je meemaakt’, was de strekking van een bevlogen speech. ‘Slow down.’ Het zong een tijdje rond, terwijl ik fietste, naar de kat keek of mijn tanden poetste. En ik dacht: ‘Je weet niet wat je mist als je alles meemaakt.’

Japanse koala’s
Ooit was ik in Australië en maakte ik een busreis langs the Great Ocean Road. Het was een toeristenbus en de chauffeur stopte bij elk spectaculair uitkijkpunt. In de bus zaten veel Japanners, die voornamelijk sliepen. Als de bus stopte, deden ze hun ogen open, pakten hun camera, stommelden naar buiten, maakten foto’s, stapten weer in en sliepen verder. Het lukte me nog net om vijf minuten met een van hen te praten, waarna ik wist dat hij tachtig uur per week werkte, slechts tien vakantiedagen per jaar had en in die tijd als een dolle door Australië, Thailand en India sjeesde. Zo miste hij zo weinig mogelijk. Jammer alleen dat hij zijn ogen niet open kon houden. Mijn reisgenoot en ik spraken vanaf toen van ‘Japanse koala’s’, omdat ook koala’s 20 uur per dag slapen en zodoende niet zo heel veel meemaken.

Zakken
Niets willen missen is een gekmakende motor achter onze ratrace. Het staat gelijk aan nergens in kunnen zakken of zijn, omdat je moet zorgen dat je zogenaamd connected blijft. En het doet er ook niet toe, of je wel of niet iets mist. In de kwantiteit zit het leven niet. Als je er helemaal durft te zijn, kun je ervaren wat zich aandient. Wat je eigenlijk zou willen zeggen. Wat je drijft. Waar je eigenlijk bent, en met wie. Wat er in de stilte gezegd wordt. Dan kun je de aarde van een afstandje bekijken, alsof je een ruimtevaarder was. Dan zou je de schoonheid zien, de liefde, de verantwoordelijkheid en de eenheid. Dan kom je er achter dat je oordeel over goed en fout niet zo belangrijk is en dat je veel minder moet dan dat je denkt dat je moet. Dat alles gebeurt vanzelf als je de uitputtende jacht op geluk even loslaat. Probeer het maar eens. Je eigen aanwezigheid kan het avontuur zijn dat je niet wilt missen.

Je mist meer dan je meemaakt. Klopt. Nou èn.